Vertalingen bevoegd zijn NL>FR
bevoegd zijn (znw.) | aptitude (v) ; autorité (v) ; autorités (v) ; compétence (v) ; empire (m) ; pouvoirs (m) ; puissance (v) |
bevoegd zijn (ww.) | pouvoir (ww.) |
bevoegd zijn | être compétent |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `bevoegd zijn`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bevoegdheid